20-4-2016 12:00 © ANP In 2015 bedroeg de exportwaarde van vlees en vleesproducten naar Duitsland 1,8 miljard euro. Nederland kocht voor ruim 1,1 miljard euro vlees bij onze oosterburen. Hiermee is Duitsland de belangrijkste partner in de internationale vleeshandel van ons land. Bijna 80 procent van al het vlees dat ons land importeert, komt uit tien landen. Op de lijst met de 10 belangrijkste importlanden staan vijf landen waaruit Nederland meer vlees importeert dan het exporteert.
- Vooral uit Brazilië haalt Nederland veel meer vlees dan dat het daarnaartoe exporteert;
- Ook de vleesimport uit Thailand, België, Argentinië en Polen overtreft de export van vlees;
- Uit Thailand komt vooral kippenvlees;
Top-10 handelspartners vlees, 2015.
Waarom importeert Nederland vlees?
Import van levende dieren en veevoedergrondstoffen nodig voor de vleesexport – Voor de Nederlandse vleesexport is import nodig, zoals levende dieren, nog te bewerken vlees of veevoedergrondstoffen. Levend pluimvee is de grootste importcategorie ( 240 miljoen euro in 2019, vooral uit Duitsland), gevolgd door maïs en tarwe.
EU (mln euro) | Niet EU (mln euro) | |
---|---|---|
Levend pluimvee | 240 | |
Maïs | 21 | 54 |
Tarwe en mengkoren | 61 | 2 |
Rundvlees zonder been | 27 | 35 |
Levende kalveren tot 80 kg | 60 | |
Karkassen van runderen | 54 | |
Ruwe palmolie | 3 | 47 |
Sojabonen | 2 | 43 |
Vlees van wild varken | 40 | |
Overig varkensvlees | 32 |
.
Welk land produceert het meeste vlees?
Landen door vleesproductie. Wereldwijd wordt 342. 396. 020 ton vlees per jaar geproduceerd. China is de grootste vleesproducent ter wereld met een productie van 88. 156. 383 ton per jaar. Verenigde Staten van Amerika komt op de tweede plaats met 46. 832. 946 ton jaarlijkse productie.
Hoe weet je waar vlees vandaan komt?
- Bovenaan: een vermelding van het land waar de erkende inrichting gesitueerd is. Bijvoorbeeld: BELGIË of BE
- In het midden: het erkenningsnummer van de inrichting. De lijst van de erkende inrichtingen met hun erkenningsnummer is beschikbaar op onze website.
- Onderaan: wanneer het merk wordt aangebracht in een inrichting dat valt op het grondgebied van de Europeese Gemeenschap, moet het afhankelijk van de taal de afkorting EG, CE, EC, EF, EK of EY bevatten.
Voorbeeld : Vlees dat in winkels wordt verkocht beschikt over een identificatiemerk zodat het kan getraceerd worden. Waar komt mijn vlees vandaan? Wanneer het gaat over rundvlees, moet de oorsprong van het dier (geboorteland, land waar het gehouden werd en land van slachting) verplicht vermeld worden op het etiket. Voor varkensvlees, schapen, geiten en gevogelte, dienen vanaf 1 april 2015 (Uitvoeringsverordening (EU) nr.
Al het vlees dat een uitsnijderij, een koelhuis, een bereidingswerkplaats,… verlaat, dient voorzien te zijn van een identificatiemerk dat verwijst naar de exploitant. Dit identificatiemerk laat toe het vlees te traceren en het te linken aan het dier waarvan het afkomstig is.
1337/2013) het land waar het dier gehouden werd en het land van slachting vermeld te worden op het etiket van het vlees (wat betreft vers, gekoeld of bevroren vlees). In tegenstelling tot rundvlees is de geboorteplaats niet verplicht. De melding “oorsprong” is aanwezig op de verpakking indien het vlees afkomstig is van dieren die geboren, gehouden en geslacht werden in één land. 61 , pagina’s 8 en 9
.
Waar komt ons eten vandaan?
Veel export – 75 procent van ons voedsel komt uit het buitenland. Hieronder vallen koffie, olieproducten als soja, palm- en zonnebloemolie. Maar ook granen, en veevoer voor de zuivel- en vleesindustrie. Nederlandse boeren exporteren veel. Zoals suiker, paddenstoelen, maar ook pootaardappelen en een speciaal gekweekte aardappelknol om aardappels te laten groeien.
Waarom exporteert Nederland zoveel vlees?
Ieder land heeft zo zijn eigen gewoontes en voorkeuren op het gebied van vlees. In Nederland stellen we hoge eisen aan het produceren van vlees. Het moet onder andere duurzaam, diervriendelijk en veilig zijn. Dit vraagt om grote investeringen van de boer en de sector.
Welk land produceert het meeste voedsel?
Na Verenigde Staten, voor Duitsland
Exportwaarde | |
---|---|
Nederland | 112,1 |
Duitsland | 100,8 |
Brazilië | 87,9 |
Frankrijk | 81,2 |
.
Hoeveel import vlees Nederland?
Import. De totale Nederlandse vleesimport bedroeg in 2020 3,8 miljard euro. Hiervan neemt rundvlees 1,6 miljard euro voor haar rekening, varkensvlees 0,6 miljard euro en pluimveevlees 0,8 miljard euro en overige vleessoorten ook 0,8 miljard euro. Bijna een kwart van het ingevoerde vlees is afkomstig uit Duitsland.
Welk land eet het meeste varkensvlees?
Australiërs, Nieuw-Zeelanders en Oostenrijkers komen als grootste vleeseters ter wereld naar voren. De gemiddelde Australiër werkt jaarlijks 111,5 kilo aan rund- en varkensvlees, kip en vis weg. Hij wordt gevolgd door de Nieuw-Zeelander met 106 kilo en de Oostenrijker met 102 kilo.
Hoeveel eten komt uit Nederland?
Buurlanden belangrijkste afnemers – De belangrijkste markt voor zowel de export als de import van landbouwgoederen voor Nederland blijft Europa. In het bijzonder de nabij geleden markten van Duitsland (25% van export en 18% van de import), België (12% van de export en 13% van de import) en Frankrijk (8% van de export en 6% van de import).
De productgroepen met de hoogste exportwaarde in 2021 zijn sierteeltproducten (12,0 miljard euro), vlees (9,1 miljard euro), zuivel en eieren (8,7 miljard euro), groente (7,2 miljard euro) en fruit (7,0 miljard euro).
Van alle landbouwimport komt 70% uiteindelijk weer in het buitenland terecht. Het merendeel direct als wederuitvoer (43%) en het overige deel na verwerking van de import in Nederland (27%). Dit betekent dat 30% van de landbouwimport in Nederland blijft, waarbij 17% direct bestemd is voor Nederlandse consumptie en 13% wordt geconsumeerd na verwerking in Nederland.
Ook de export in landbouwgerelateerde goederen, zoals landbouwmachines, machines voor de voedingsmiddelenindustrie, kasmaterialen, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen, steeg in 2021, naar 10,6 miljard euro (10% groei t.
2020).
Welke code herkomst vlees Aldi?
De ALDI Transparency Code (ATC) is een code die je enkel op de verpakkingen terugvindt van vlees – en vleeshoudende producten bij ALDI. Daarmee krijg je volledige transparantie over de herkomst van jouw product.
Wat is de code van vers vlees?
Uitleg verordening en GN codes – Wanneer blijkt dat het vers vlees van kippen is dat getumbeld of geïnjecteerd is met additieven en levensmiddelen, zorgt dit ervoor dat het product valt onder de definitie van vleesbereidingen zoals omschreven in de definitie onder 1.
15 van de Verordening 853/2004. In deze wetgeving gelden totaal andere eisen voor vlees en vleesbereidingen. Voor vlees (uitsnijderijen) geldt de wetgeving zoals genoemd in Bijlage III, Sectie II in de Hoofdstukken III en V.
De wetgeving voor vleesbereidingen is vastgelegd in Bijlage III, Sectie V. Omdat GN code 0207 gaat over vers vlees en uw producten geen vers vlees, maar vleesbereidingen zijn is de GN code 1602 van toepassing. Die luidt: Andere bereidingen en conserven, van vlees, van slachtafvallen of van bloed.
Waar komt het eten vandaan in Nederland?
Het voedsel dat Nederlanders eten is afkomstig uit de hele wereld – circa 75 procent van de landbouwgrond die gebruikt wordt om dat voedsel en het voor onze consumptie benodigde veevoer te verbouwen ligt in het buitenland.
Is er genoeg eten in Nederland?
Van de 1,82 miljoen hectare wordt de opbrengst van slechts 800. 000 hectare daadwerkelijk door de Nederlander geconsumeerd en 600. 000 is bestemd voor grasland en veevoer. Voor onze consumptie hebben we 2,57 miljoen hectare in het buitenland nodig, waarvan 1,25 miljoen voor grasland of veevoer.
Kan Nederland zelfvoorzienend zijn?
Maar ook met een veranderd voedselpatroon is ons land nog steeds niet zelfvoorzienend. Hoewel Nederland twee keer zoveel grond nodig heeft, is de landgebruikvoetafdruk lager dan de 0,65 hectare van de mondiale consument. Bovendien wordt de voetafdruk elk jaar een stukje kleiner.
Waarom vlees importeren?
In de discussie over de toekomst van de land- en tuinbouw (lees vooral veehouderij) staat voor sommigen de inperking van productie voor export hoog op de agenda. Maar is dat wijs? De Nederlandse land- en tuinbouw staat goed bekend in de wereld. Door de openbare kennis en houding van Wageningen Universiteit (toelaten van veel internationale studenten) maar veel meer nog door de hoge kwaliteit van het voedsel en andere landbouwproducten die we exporteren.
- Niet te vergeten de technische kennis en apparatuur;
- Ook de verwerkte producten van zuivel of vlees staan hoog aangeschreven, waarbij voedsel kwaliteit en vooral voedselveiligheid vertrouwen wekken;
- Vaak gaan de beste producten voor export weg (export kwaliteit);
Het Nederlandse bedrijfsleven is wereldwijd actief met voedselproductie. Bedrijven die zich met genetisch materiaal (planten en dieren) bezig houden, techniek, toelevering, handel en verwerking tot en met financiering van de agro-food productie zijn niet zelden marktleider.
Dat is opmerkelijk omdat de totale landbouwareaal in Nederland minder dan 1 % is van het areaal voor de wereldvoedselproductie; exclusief landbouwgrond voor importeren van voedingsgrondstoffen. De grens over Maatschappelijk heeft de sector te maken met weerstand.
Dagvers I Waar komt ons vlees vandaan?
Simpel gezegd door stank, insectensterfte, CO2-uitstoot en dierenleed. In het rapport ‘Naar een wenkend perspectief voor de Nederlandse landbouw’ – planbureau voor de leefomgeving, ‘zichtbaar, hoorbaar, ruikbaar en voelbaar’ genoemd. En daarom wordt de roep steeds harder dat de productie anders moet: krimpen of stoppen.
- Maar dat gebeurt al heel lang – actief en passief daalt de Nederlandse productie;
- Het Nederlandse areaal voor landbouwgrond is tussen 1996 en 2012 (CBS) met 121;
- 000 ha afgenomen;
- De productie is hoofdzakelijk gelijk gebleven – ondanks toenemende wet en regelgeving;
Vergelijken we dit met de groei van de wereldbevolking dan is het belang van de Nederlandse primaire productie fors gedaald. Het economische belang van het agrocomplex groeit nog wel. In de genetica, maar ook in de productie van diervoeder en verwerking van dierlijke producten is de omzet gestegen doordat deze bedrijven meer de grens over zijn gegaan.
En dat doen ze steeds vaker ook met hun onderzoekcentra omdat onderzoek – aan productiemethoden in het buitenland – hier in Nederland niet meer mogelijk is door restricties (vooral op gebied van genetische waarden).
Door de terugkeer van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is er politiek gezien wel waardering voor het brede belang van landbouwproductie en een gezond leven in Nederland. Niet meer produceren voor de export? In het rapport van het planbureau staat ook dat de sector wordt ” geassocieerd met hardnekkige problemen, zoals natuuraantasting, milieuvervuiling, en een bedreiging voor de menselijke gezondheid en leefbaarheid “.
Nogal grote woorden in het perspectief van de situatie in de wereld. In de vervolgdiscussie wordt steeds vaker genoemd dat we niet meer moeten produceren voor de export. Dat lijkt mij een NIMBY argument. Want dan zou je feitelijk ook moeten stellen dat we geen voedsel meer moeten importeren want is dat wel in het belang van dierwelzijn, biodiversiteit, CO2 productie en leefomgeving van het exporterende land? In Nederland zijn we goed in staat om het voedsel voor de eigen bevolking te produceren.
We hebben water, grond, en merendeels ook de grondstoffen voor de voedselproductie. Het gekke is dat de wet en regelgeving (nu nog) juist import noodzakelijk maakt omdat we o. mest maar ten dele mogen hergebruiken en deels moeten exporteren. We importeren vervolgens kunstmest.
En wie wil nog aardappelen met andijvie eten, of hutspot en zuurkool. Friet met witvis – eten van het hele varken – dus ook het spek, de lever en de knars. Steeds meer tropisch fruit, groenten en zaden staan op het welvaartmenu.
We importeren koffie, waarvan we slechts 1 % consumeren en 99 % achterlaten als afval. De in onze supermarkten versgeperste (geïmporteerde) sinaasappelen gelden natuurlijk ook als een verschuiving van de mineralenbalans c. lokale milieubelasting. Misschien moeten we dat gaan compenseren met de export van vlees en eieren? Ik pleit voor acceptatie van de efficiënte productie en vooral voor overleg tussen partijen om te komen tot ruimte voor innovatie in Nederland.
Niet als gevolg van verboden ( of een wenkend perspectief ) maar als uitkomst van gezamenlijke doelstellingen. Dat helpt de wereld vooruit, want een verbetering op gebied van genetica, gewasbescherming, CO2 verbruik of dierwelzijn wordt als vanzelf door het Nederlandse bedrijfsleven benut om zaken te doen in de Wereld – omdat dat beter is voor alle partijen.
Niet in de laatste plaats voor henzelf. En daar hoort export bij.
Hoe kan het dat Nederland de tweede voedselexporteur in de wereld is terwijl ons land zo klein is?
Kiloknaller – De Nederlandse landbouwsector is vitaler dan ooit, al zijn de marges vaak klein en zijn er problemen met het maatschappelijk draagvlak – waarover later meer. In 2007 exporteerden ‘we’ al voor 9 miljard euro aan vlees, voor 9,1 miljard aan zuivel en voor meer dan 17,2 miljard aan groenten en fruit. Maar ook de handel in dranken liep lekker met een exportbedrag van 4,3 miljard – het is vrij onbekend dat Nederland tot Europa’s grootste wodka-exporteurs behoort. De grondstof daarvoor is veelal melasse uit de suikerindustrie. Snijbloemen brachten 3,8 miljard in het laatje en bollen ruim 1,2 miljard (bron: CBS).
Daarmee – en ook dankzij allerlei andere agrarische producten – is Nederland de tweede landbouwexporteur van de wereld – na de VS, maar vóór Duitsland. Nederland is tevens de derde netto-exporteur ter wereld, na Brazilië en Argentinië.
Dat betekent dat Nederland veel minder landbouwproducten importeert dan dat het exporteert – het verschil bedraagt ruim 27 miljard. De import werpt wel een donkere schaduw over dit schijnbare succesverhaal. Want het kleine, dichtbevolkte Nederland kan zo’n enorm grote exporteur van landbouwproducten zijn doordat de basisvoedingsstoffen voor een flink deel uit het buitenland komen.
- Nederlandse koeien, varkens en kippen consumeren zulke uiteenlopende producten als tapioca, palmpitschilfers en sojaschroot;
- Dergelijke producten zijn een probleem, omdat ze milieuschade, dierenleed en sociale ellende veroorzaken in verre buitenlanden;
Oliepalmen verdringen tropisch regenwoud in gebieden als Borneo en Sumatra. Soja voor diervoeding is in zeer grote mate afkomstig uit Brazilië. Plat gezegd wordt daar het Amazone-woud omgehakt om aan Duitsers Schweinefleisch te kunnen slijten (en om de Nederlandse kiloknallervakken te vullen).
- 90 procent van de mondiale sojateelt is bestemd voor veevoer;
- Welke soja wordt dan gebruikt voor vegaburgers, tofu en tempé? Dat is voornamelijk verantwoord geteelde of biologische soja afkomstig uit Europa, dat voldoet aan de duurzaamheidscriteria van het Wereld Natuurfonds en de Ronde Tafel voor Verantwoorde Soja (RTRS);
De vleessector ziet dat zelf uiteraard genuanceerder: ‘Mensen kunnen – mede door campagnes van Wakker Dier, Varkens in Nood en Milieudefensie – denken dat Nederlandse varkens alleen maar soja eten en dat hiervoor massaal de regenwouden worden gekapt. De werkelijkheid is anders,’ aldus het rapport van Producenten Organisatie Varkenshouderij.
- Volgens de POV bestaat het voedsel van Nederlandse varkens voor slechts 8 procent uit soja – en de rest uit afval van onder andere de bierindustrie;
- Dat moge zo zijn, maar dat restafval is eveneens voor een belangrijk deel afkomstig uit import;
Bier, bijvoorbeeld, wordt grotendeels gebrouwen van geïmporteerde gerst en hop. Kippen eten overigens voer dat volgens dezelfde cijfers van de POV voor 26 procent uit soja bestaat. Het is bekend dat de teelt van soja in Brazilië funest is voor de biodiversiteit doordat regenwoud vervangen wordt door een monocultuur die alleen levensvatbaar is doordat structureel het bestrijdingsmiddel glyfosaat wordt gebruikt.
- In 2015 maakte het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek IARC bekend dat glyfosaat ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ is voor mensen;
- De bestrijdingsmiddelen fnuiken bovendien de voedselproductie van kleine boeren, voor zover die nog niet door gewapende bendes van hun land zijn verdreven;
Milieubeschermers worden stelselmatig vermoord vanwege het ‘groene goud’ – zoals de bijnaam van de lucratieve soja luidt. De Braziliaanse overheid pretendeert wetgeving te handhaven die verdere kap van regenwoud ten behoeve van de sojaproductie tegenhoudt, maar iedereen weet dat het land notoir corrupt is – vooral op het lokale niveau waarop deze problematiek meestal speelt.
Is Nederland zelfvoorzienend in voedsel?
Het percentage is gebaseerd op de voedingswaarde en biobeschikbaarheid van de plantaardige eiwitten en afhankelijk hoeveel minder dierlijke eiwitten en welke plantaardige alternatieven we eten. Maar ook met een veranderd voedselpatroon is ons land nog steeds niet zelfvoorzienend.